Derksen Communicatie

juni 9, 2017 DE BUREN Posted In: Column

Simone Derksen (51)
Over een goede buur, met verrassende eigenschappen!


Binnen een dorp gelden vaak ongeschreven ‘wetten’. Zo zetten we in onze straat nooit de auto op de plek van de buurman. Sterker nog: ons bezoek jagen we van ‘zijn’ parkeerplaats af. We groeten als we mensen op straat tegenkomen. Op de Beldershoekweg (een smalle weg met links en rechts bomen), de afslag richting Hengelo tussen Boekelo en Haaksbergen, zetten we onze auto aan de kant en we verwachten een ‘dank je wel’ van de tegenligger die kan doorrijden. Maar soms zijn we tegendraads en rijden we er hard in. Oh, u niet?

Goede buren. Ik heb ze. Links en rechts. De rechterburen zijn, net als wij eerste bewoners. Nol en Janneke. En over hen gaan we het hebben. Nol is oud-militair. En boekhouder. Laat u het even tot u doordringen. Zo’n type ja. Leest u door alstublieft! Janneke werkte als verpleegkundige en jarenlang als immer goedgemutste chauffeur op de bus bij Connexxion. Daarvoor reed ze zes jaar, na haar verhuizing naar Boekelo, nog naar Eibergen. Start dienst: 05.30 uur. Vertrek Boekelo: circa 04.30 uur. Om 21.00 uur ging het licht dus uit bij de buren. Letterlijk. En in eerste instantie wisten wij niet waarom. Vlugger dan we dachten kwam er een band. Arjan (van Basten) fotografeerde alle buren voor hun voordeur. Zonder opsmuk. We schudden elkaar (nogmaals) de hand en hadden het plan bij elkaar naar binnen te kijken. Een mooi plan: want hoe verrassend is het. Dezelfde recht-toe-recht aan-huizen tegenover het authentieke spoorlijntje. Allemaal verschillend ingericht. Van klassiek tot modern, met (bloemetjes)behang tot strak gestucte muren. Een tweede fotoreportage waard, Arjan.

Niet zeuren
Terug naar mijn buren: het echtpaar. Ik heb ze lief. Echt. Als Nol bij de scouting zat, dat kon hij dagelijks tenminste een goede daad afstrepen. Op een hele vroege zondagochtend, zo rond een uur of zeven, hielp hij mij thuis het alarm uit te schakelen. Eén batterij leek vervangen te moeten worden, maar op elke etage gingen tenminste twee brandmelders af. Een hels lawaai en karwei. Trapje onder de arm, schroeven eruit halen en batterij eruit wippen. Nol maakt een trapleuning vast als deze los zit. Via een ingenieus systeem zorgde hij ervoor dat de koelkastdeur weer sluit. Iets
met twee magneten en tape. Witte tape overigens, terwijl de koelkast verder zwart is, maar daar mag ik niet over zeuren. Ik ken mijn plaats. Als de sleutel letterlijk in het slot blijft steken en afbreekt, dan krijgt Nol deze eruit. Kapotte printers die afgevoerd dreigen te moeten worden, krijgt Nol aan de praat, met een aanblik slechts. Zo lijkt het. En Janneke: Janneke is nu met pensioen. In theorie . Ja, ze kan ’s avonds TV kijken. Ze past op haar, overigens prachtige, kleindochters. Ze werkt als vrijwilliger bij de MBS. Ze staat bij ons voor de deur met verse groentesoep, pannenkoeken of beide. Op mijn verjaardag kreeg ik de glazenwasser cadeau. Nou ja, niet de man zelf, de ramen werden gelapt. En nee, geen eigen belang. Janneke spaarde zegels en frutsels, toen zoonlief klein was. Ik gooi bij haar tijdschriften door de brievenbus. Een kleine tegemoetkoming mijnerzijds.

Strijdvaardig
Samen hebben we een strijd gevoerd, zeven jaar geleden. (En met ons meerdere partijen in Boekelo). Niet tegen elkaar, maar in gesprek met een projectontwikkelaar, directie van kinderdagverblijf en gemeente. Omdat onze vrije uitzicht, nog voordat wij in onze woningen konden trekken, weg was. En dat was pittig. Omdat het niet altijd recht-door-zee leek te gaan. Maar Nol was er. En vergeleek, met liniaal en potlood, zin voor zin, originele documenten met de exemplaren die tijdens raadsvergaderingen op tafel kwamen. Soms werden er stukken uit 1972 uit de hoge hoed getoverd. Hij kwelt bestuurders. Maar altijd, altijd op de man af. En met de betrokken bestuurders schudden wij, aan het einde van het bouwproces, de hand.

Onkruid vergaat niet
Soms ben ik zelf aan de beurt. Onze tuin is de minst aantrekkelijke van de buurt, waarvoor bij deze mijn excuus. Nol maait ons gras. Bijna wekelijks. Als hij klaar is, klopt hij op het raam van mijn kantoor op de begane grond. Ook als ik aan de telefoon ben. “Even opruimen”, roept hij en wijst naar het groen dat er ligt en de groene container die klaar staat. De klep al open. Soms wordt hij moedeloos van mij. “Kom even”, was zijn opdracht, staand bij de voordeur. En hij begeleidt mij naar de betonnen bloembakken voor het huis. “Haal het onkruid maar even weg”, moedigt hij aan. Ik wil het wel, maar weet niet wat het onkruid is. “Die stengels met paarse bloemetjes”, geeft deze buurman aan”. Zonde, maar genadeloos trek ik ze uit de grijze bloembak. Want naar Nol luister ik. Ik denk dat hij de enige man is wiens opdrachten ik direct uitvoer, zonder weerwoord en weerloos. Misschien is dat mijn makke, niet willen luisteren. Toch blijft er hoop. Ondanks dat onkruid niet vergaat. Nol & Janneke: op nog vele jaren samen. En ook met ons!